Advies bepalend voor plaatsing in het voortgezet onderwijs
Bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs komt de meerderheid van de leerlingen in een klas die overeenkomt met het basisschooladvies. Een deel van de leerlingen stapt in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs over op een hoger of lager niveau (opstroom of afstroom, zie figuur 1). In leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs zit driekwart van de leerlingen nog in de schoolsoort die was geadviseerd door de basisschool.
Figuur 1: van basisschool naar middelbare school
Iets meer dan de helft van de leerlingen krijgt een basisschooladvies dat past bij de uitslag van de Eindtoets Basisonderwijs en zit in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs op het verwachte niveau. Een deel van de leerlingen krijgt een lager of juist een hoger basisschooladvies dan op basis van de Eindoets verwacht kan worden. Deze leerlingen zitten in de derde klas van het voortgezet onderwijs meestal op het niveau dat de basisschool inschatte. Een heel kleine groep leerlingen (1 procent) krijgt een hoger advies dan op basis van de Eindtoets verwacht zou worden en stroomt vervolgens in het voortgezet onderwijs nog op. Dit zijn relatief veel meisjes van laagopgeleide ouders en van allochtone komaf. Er is ook een kleine groep leerlingen (0,7 procent) die een lager advies kreeg en nog verder afstroomt. Dit zijn vooral autochtone jongens waarvan de ouders laagopgeleid zijn.
Lees hier het volledige onderwijsverslag 2012-2013